Schimmels

Schimmels zijn organismen die overeenkomstige markeringen bevatten met planten (en ook dieren). De meest bekende die wij kennen zijn paddenstoelen. In tegenstelling tot de meeste planten bevatten deze geen bladgroen. Het bladgroen van planten zorgt ervoor dat planten zon omzetten in energie voor hun groei. Schimmels kunnen dit niet. Om te groeien hebben ze vocht en organisch materiaal nodig. Dit kan afkomstig zijn van levende of dode planten en dieren maar ook van andere materialen.

Vorm en grootte

Onder de schimmels maken we verschil tussen de eencellige zoals gisten en de meercellige. Meercelligen leven op een oppervlak. De grond is hiervan een illustratie. Bij eencelligen is dat vaak niet het geval.

Meercelligen hebben een verspreid lichaam. Dit lichaam bestaat uit in de ondergrond groeiende schimmeldraden die vaak tot netwerken verweven zijn. Dit netwerk van draden wordt mycelium of zwamvlok genoemd.

Het opvallendste van meercelligen zijn de bovengrondse vruchtlichamen. Deze organen worden paddenstoelen genoemd en dienen voor de voortplanting. Ze kunnen veel verschillende kleuren en vormen hebben. Voor mensen zijn dit vaak het opvallendste deel maar ze vormen vaak maar een klein deel van het organisme. Bij sommige soorten zit het vruchtlichaam ondergrond zoals bijvoorbeeld bij truffels.

Niet alle schimmelvormen vormen vrucht lichamen. Er zijn soorten die bovengronds te zien zijn als een witte of grijze laag aanslag. Dit zie je bijvoorbeeld wel eens op bedorven voedsel maar kan ook ontstaan op muren. Deze aanslag noemt men beschimmeling.

De grootte kan erg verschillen. Er zijn microscopische maar ook zeer grote.

Levenscyclus/ voortplanting

Onder bepaalde omstandigheden kunnen schimmels sporen vormen. Deze sporen kunnen door de wind over grote afstanden verplaatst worden. Ook kunnen de sporen zich via bodemresten van buiten naar binnen verplaatsen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door kleding of sporen aan de onderkant van de schoenen.

Als de sporen zich verplaatst hebben kunnen deze onder gunstige omstandigheden uitgroeien tot schimmels, zowel binnenshuis als buitenshuis.

Belangrijke factoren die invloed hebben op de groei van schimmels:

  • De luchtvochtigheid in de lucht en in de bodem.
  • De warmtegraad.
  • De aanwezigheid van voedingsstoffen en bestanddelen in de lucht zoals zuurstof.
  • De mate van zuur van de bodem.

Schimmelsoorten die binnen kunnen groeien zijn onder andere van de geslachten Penicillium, Aspergillus, Alternaria, Cladosporium, Eurotium en Wallemia. Deze schimmelsoorten komen ook buiten voor.

Schimmels in het dagelijks leven

In ons dagelijks leven komen we op verschillende manieren in aanraking met schimmels. Ook worden er in producten die wij consumeren schimmels gebruikt of aangetroffen bij bederf. De meeste die wij in het dagelijks leven tegen komen zijn:

  • In kazen
  • Gist als ingrediĆ«nt in brood, bier en wijn
  • In de natuur als paddenstoelen en elfenbankjes
  • Korstmossen
  • Champignons
  • Beschimmeling bij het bederf van etenswaren zoals brood, jam, fruit
  • Beschimmeling op vochtige muren en plafonds
  • Op de huid. Bijvoorbeeld in als zwemmerseczeem en kalknagels
  • In antibiotica. Bijvoorbeeld penicilline
  • In koelkasten
  • In textiel dat vochtig is geweest

We kunnen ze vaak zien maar zijn ook waarneembaar door hun geur. Een schimmelgeur is niet eenduidig het wordt vaak omschreven als muf, stoffig of grondlucht.